Op weg met Wire Group – interview met Nina

Ik kan nu op grotere schaal verschil maken dan met mijn eigen zaak

Nina (39, Amsterdam) is, net als haar man Johan, als bedrijfskundige opgeleid. Ze had een eigen zaak in textiel toen in 2020 haar vader plotseling overleed. Die had zijn bedrijf in veertig jaar uitgebouwd van eenmanszaak tot wereldbedrijf met 400 werknemers. Nina wist dat ze voor het grootste gedeelte de enige erfgenaam zou zijn, maar wist van tevoren niet wat dit voor haarzelf zou betekenen.

“Op het moment dat mijn vader overleed waren er vijf actieve bedrijven en een geïnvesteerd vermogen – beursgenoteerd, wat fondsen, wat startups en veel vastgoed. Zijdelings was ik betrokken bij het familiebedrijf toen mijn vader overleed. Maar ik had mijn eigen bedrijf waar het grootste gedeelte van mijn tijd en aandacht naar toe ging. Johan heeft een financiële achtergrond en heeft vaak over de zaak gesproken met mijn vader, ze hadden een warme band. Ook omdat ik mijn eigen bedrijf niet wilde opgeven, heeft Johan aanvankelijk de zaken overgenomen, in lijn met het beleid van mijn vader.

Impact investeren ingerold

Ik had altijd al aandacht voor duurzaamheid en onze eerste eigen investering was in Future Food Fund. Daarna hebben we ons via-via verder verdiept in duurzaamheid en zijn we het impact investeren ingerold. Tot we ons realiseerden dat we een beetje hapsnap dingen aan het doen waren, zonder aandacht voor het grotere landschap. 

Iemand raadde aan eens met Wire Group te praten en na twee gesprekken zijn we gestart met een afgeslankte versie van het vermogenspaspoort-traject. Afgeslankt, omdat we eigenwijs zijn en omdat Johan zelf veel kennis heeft. Ons bewust-vermogensbeleid dat daaruit ontstond is nu echt concreet. Gedacht vanuit onze waarden zijn de sectoren waarop we ons gaan richten duidelijk, ook zaken als looptijden en minimale inleg. Inmiddels zijn we in het Wire Thrive Fund gestapt, we bezochten ook het carbon credits-event – Wire doet echt interessante dingen.

Inmiddels besef ik hoe bijzonder het is om vermogen te hebben als je er mooie dingen mee kunt doen. We hebben bij Wire precies de goeie vragen gesteld gekregen, waardoor Johan en ik nu zelf richting kunnen geven, allebei vanuit een heldere rol. 

Ik ben bewuster geworden van wat ik kan en wil en neem een duidelijke positie in. Tot het bewust-vermogenstraject deed Johan voorstellen en zei ik ja of nee. Nu is het duidelijk dat Johan aan de bedrijvenkant blijft en ik aan de vermogenskant. In de toekomst zal ik zelf ook meer ideeën en voorstellen aandragen en kan Johan daar zijn visie op geven. Die volgorde is dus veranderd. Door die duidelijkheid voel ik me niet langer ongemakkelijk in mijn positie.

Meer holistisch en dieper doordacht 

Johan is rationeel en zakelijk en vond de aanpak van Wire aanvankelijk een beetje zweverig. Voor hem hadden ze wel wat minder vragen mogen stellen en meer een beeld kunnen schetsen van alle alternatieven. ‘Dit zijn de 36 smaken en kies maar’ – zoiets. Maar omdat ze dat juist niet doen is het hele beleid echt uit onszelf gekomen. Het is meer holistisch en dieper doordacht. 

Er is een overkoepelend bewust beleid ontstaan voor vermogen en bedrijven. Het oorspronkelijke beleid was een beetje schizofreen: heel duurzaam aan de vermogenskant, maar aan de bedrijvenkant veel minder. In mijn rol ga ik overal aandacht voor impact vragen: hoe kunnen we dat vormgeven, hoe kunnen we iedereen daarin meekrijgen? Ik wil ook een verbindende en zichtbare rol spelen in al onze netwerken om enthousiasme te wekken voor die aanpak. 

Landbouw in Afrika is een van de thema’s waar ik heel enthousiast over ben. Daar wil ik alles over leren. Mijn belangstelling voor duurzaamheid blijkt veel breder dan alleen de textiel. Dat was een boeiend inzicht dat ik kreeg in het traject.  

Ik ben eigenlijk nog wel op zoek naar jonge mensen die niet meer NextGen, maar Gen zijn – om het zo te zeggen. Van de jonge mensen die ik ontmoet, leven de ouders vaak nog, dus die hebben toch een andere positie. Ik heb mijn eigen tribe nog niet helemaal gevonden. 

Terugkijkend vond ik de hele reis intens, maar heel waardevol. Aanvankelijk verweet ik Wire gekscherend dat ze me in een existentiële crisis hadden gebracht. Want ik was comfortabel met de verdeling van tijd tussen mijn eigen bedrijf en vermogen en zaken van het familiebedrijf. Dat werd helemaal op zijn kop gezet, want door de gesprekken kwam ik tot de conclusie dat ik impact investeren leuker vind. Bovendien kan ik op een grotere schaal verschil maken dan met mijn eigen onderneming. 

Als baby gekend

De directeuren van de familiebedrijven hebben mij allemaal als baby gekend, dus het was in het begin niet makkelijk om tegenover hen positie in te nemen. Maar nu mijn rol duidelijk is, maakt mij dat steviger in de gesprekken die ik met hen te voeren heb. Johan kunnen ze aanspreken over de dagelijkse cashflowproblemen, ik kijk naar het grotere geheel, naar waar we heen gaan. En ik ben degene die het de hele tijd over impact gaat hebben.

Ik denk dat mijn vader het heel mooi zou vinden waar we nu mee bezig zijn. Binnenkort viert het bedrijf een jubileum. Dat Johan en ik daar dan samen zullen staan, had hij geweldig gevonden. Hij had het ook begrepen als we de zaak verkocht hadden, maar dat we ermee doorgaan en er een eigen richting aan geven, daar zou hij enthousiast over zijn. Zijn gevleugelde gezegde was dat onze generatie de wereld maar moest redden. Daar maakte hij zich mooi makkelijk van af, maar we nemen het nu heel serieus. Dus hij kijkt van boven vast tevreden neer op ons en op hoe we het doen.”

Op weg met Wire Group – interview met Ilka

Nu lezen